donderdag 10 april 2014

Een basisinkomen is als Haarlemmerolie


In de acht maanden die ik nu baanloos ben, zoek ik naar hoe ik mijn leven wil vormgeven. Dat ervaar ik als een interessant en zelfs heilzaam proces. Ik bewandel daarbij nog te veel paden, maar het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen heeft me stevig in zijn greep. Een onvoorwaardelijk basisinkomen is een betaling zonder verplichtingen voor iedereen, die voldoende is om als volwaardig lid van de samenleving te kunnen functioneren. Inmiddels ben ik lid geworden van de Vereniging Basisinkomen en de Basis Inkomen Partij.


Op zoek naar meer informatie en inspiratie bezocht ik gisteren het interviewdebat over het onvoorwaardelijk basisinkomen in de Amsterdamse Academische Club van de Universiteit van Amsterdam. Twee keurig in het pak gestoken economiestudenten vuurden kritische vragen af op BIEN-oprichter en -erevoorzitter Guy Standing en UvA-hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer.

Gezien hun achtergrond begrijpelijk vroegen de studenten met name naar de financiële implicaties van zo’n basisinkomen. Ik gebruikte de gelegenheid om vragen te stellen door Guy Standing meer te laten ingaan op de ethische, humanitaire en sociale voordelen. Die pluspunten zijn er genoeg en die spreken mijns inziens een breder publiek aan. Een van Standings uitspraken licht ik er even uit ‘You have to proove you are a deserving poor’, oftewel in het huidige systeem van sociale zekerheid moet je bewijzen dat je recht op hebt op een uitkering (voorwaardelijk dus). Om dat recht te toetsen is een uitgebreid netwerk van controlerende instanties gecreëerd. Vanuit menselijk standpunt vindt hij dat systeem verwerpelijk (en ik ook). Het is gebaseerd op wantrouwen en maakt de (potentiële) ontvangers onzeker.
Paul de Beer denkt echter dat een onvoorwaardelijk basisinkomen in onze Westerse maatschappij moeilijk zal zijn in te voeren. Het vigerende ‘voor-wat-hoort-wat’-principe ziet hij als het voornaamste struikelblok, omdat het op gespannen voet staat met de onvoorwaardelijkheid van de uitkering.
Artikel 22 van de Universele verklaring van de rechten van de mens stelt: Everyone, as a member of society, has the right to social security and is entitled to realization, […], of the economic, social and cultural rights indispensable for his dignity and the free development of his personality. Het onvoorwaardelijk basisinkomen kan (moet) dus worden gezien als een mensenrecht.


Vandaag toog ik naar Brussel voor een conferentie met de titel ‘Unconditional Basic Income: Emancipating European Welfare’, voorgezeten door de European Economic and Social Committee.Vertegenwoordigers van diverse organisaties, die het onvoorwaardelijke basisinkomen prominent op hun agenda’s hebben, vonden hier een platform voor uitwisseling en inspiratie. Met name de toespraken van Amana Ferro (EAPN), Philippe Van Parijs (BIEN), Werner Rätz (Attac Duitsland) en Guy Standing (BIEN) waren van hoog gehalte door hun aansprekende inhoud en de inspirerende voordracht.
In een afsluitend Europees rondje schilderden tien representanten de situatie in hun land. Daaruit ontstond het beeld dat - zeker in het afgelopen jaar – het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen in rap tempo aanhangers wint. In Zwitserland vond men inmiddels zoveel draagvlak dat de bevolking gaat stemmen over invoering ervan. De economische crisis, de krimpende arbeidsmarkt, de wegvallende zekerheden, de tanende democratie, de groeiende sociale ongelijkheid, de afbrokkelende zorg en het besef dat we onze planeet uitputten plaveien steeds sneller de weg.

Vooralsnog blijft de politiek achter (bij de conferentie was slechts een enkele politicus aanwezig). Maar als sociaal-maatschappelijke en werknemersorganisaties (vakbonden) hun achterban blijven informeren en weten te mobiliseren zal de roep om een basisinkomen te luid worden om te negeren.