woensdag 25 september 2013

De NLimageFair 2013 in woord en beeld

Na een tweet van de organisatie (@nlimage) besloot ik de NLimageFair2013 in mijn woonplaats Haarlem te bezoeken. Het programma van het symposium in De Lichtfabriek was behoorlijk divers, maar de lezingen in de Turbinehal schatte ik in als het interessantst voor mij.
Tot voor kort werkte ik in de nu gedwongen 'slapende' Muziekbibliotheek van de Omroep, onder andere als beheerder van de omroeperfgoedwebsite Muziekschatten (die nu nog online is). In dat kader scande ik (vooral op verzoek) bladmuziek uit de collectie. Bij gebrek aan een organisatie die de auteursrechten kon regelen werd op dit terrein wel eens een risico genomen. Af en toe leidde dat tot een telefoontje van een componist/arrangeur, waarop diens compositie(s) weer van de website werd(en) afgehaald.
Via Pictoright had ik gelezen over “extended collective licensing” (ECL) en ik hoopte op deze dag meer over deze materie en ervaringen van andere erfgoedhoeders te horen. Dat zal voor een andere keer zijn. Er was niettemin genoeg belangwekkends.
Ouke Arts op NLimageFair 2013Zo presenteerde Thaesis-consultant Ouke Arts zijn prikkelende visie op het beeldgebruik in 2020 aan de hand van talloze vernieuwende webinitiatieven.
Veel instellingen en bedrijven reageren op innovatieve concurrentie door nog meer aandacht te besteden aan de kwaliteit van wat ze al leveren. Het ontwikkelen van 'disruptieve businessmodellen' is een aanzienlijk geschikter reactie, aldus Arts.

De tweede spreker was informatierechtjuriste Charlotte Meindersma. Zij ging in haar betoog in op de verschillende vormen van auteursrecht (portretrecht, citaatrecht) en het belang van het maken van goede afspraken (vervat in licenties) tussen beeldmakers en beeldgebruikers. Haar duidelijke boodschap: 'Het openbaar maken van beeldmateriaal van derden is strafbaar'. In de rechtshandhaving blijkt meestal een schikking te worden getroffen, maar er zijn beeldmakers die met 'blafbrieven' en hoge claims hun recht willen halen.Charlotte Meindersma op NLimageFair 2013
Daphne Channa Horn is een liefhebber van gadgets en een van de vier Europeanen met een Google Glass. Met hulp van een vrijwilligster uit het publiek demonstreerde ze de mogelijkheden van deze mobiele computer in brilformaat en vertelde over de invloed die deze inmiddels op haar leven uitoefent.
Je kunt ermee het internet op, je sociale media en e-mail checken en direct posten alsmede bellen en fotograferen. Mits de kwaliteit van de camera verbetert ziet Horn veel mogelijkheden voor persfotografen. Het gebruik van de bril blijkt enorm wennen. Elke dag verlengde ze de tijd dat ze de bril gebruikte. Ook ervaart ze het gebruik als vermoeiend. Wat de privacy betreft; Google weet precies waar je bent en ze neemt de bril dan ook niet mee de slaapkamer in (ook al heeft ze die uitgezet...).

Een door Ruben Maes gemodereerde discussie tussen schrijver Kluun, Lars Boering (FotografenFederatie) en Charlotte Meindersma sloot het inhoudelijke deel van de middag af. Kluun publiceerde vanaf 2003 artikelen op zijn weblog waarbij hij foto's gebruikte die niet royaltyfree zijn. Daarin is hij niet de enige. Juridisch gezien is dat strafbaar en het leidde dan ook tot een aantal claims. In een rechtszaak wil hij echter paal en perk laten stellen aan de 'excessieve boetecultuur'. In de discussie betoogde Kluun dat de auteursrechtendiscussie de laatste jaren tot meer besef bij bloggers heeft geleid ten opzichte van de 'vrije' periode daarvoor. Opvallend vaak klonk het tegenargument dat 'elke Nederlander de wet behoort te kennen'.
Als hulp op het gebied van beeldrechten ontwikkelde de FotografenFederatie haar '10 geboden' voor het gebruik van foto's. Het veiligst is het gebruik van zelfgemaakte foto's ;).

vrijdag 13 september 2013

Van (bijna) niets naar (bijna) alles

Het was al een relatief rustige avond in De Princehof - zeker vergeleken met het herfstweer buiten - maar aan tafel 2 werd het vlak voor het eindsignaal wel erg stil. Op tafel lag namelijk een zelfgepakte mahjong die de uitslag volkomen onverwacht nog danig veranderde.
Ik was de tweede speelronde van de Oostperiode overtuigend begonnen met een selfpick (van slechts 9 punten, maar toch). Daarna volgde een fase waarin Annet en José - mijn enige twee tafelgenoten - de mahjongs onder elkaar verdeelden. Toen ik vervolgens ook nog zo suf was een valse mahjong te maken kwam ik op flinke achterstand (196 resp. 127 punten) te staan. Van Jodocus - een niet bestaande vierde speler - kun je niet verliezen, dus besloot ik in het laatste spel alles of niets te spelen.
Mijn hand werd mooier en mooier en toen Annet de winnende steen - een ringen 7 - weggooide besloot ik die te negeren en voor een zelfgepakte mahjong te gaan. Met nog een steen of acht in de muur en drie minuten op de klok slaagde ik erin die ringen 7 zelf te trekken. Het resulteerde in een hand met de upper three en mixed triple chows waarvoor ik 36 punten liet noteren (had 37* moeten zijn). Met de klap haalde ik 176 punten in op mijn tafeldames en daarmee beroofde ik José van een welverdiend punt en Annet bijna nog van de al even verdiende tafelwinst.
*Aanvulling: van verschillende kanten (mahjonggoeroe Adrie van Geffen en mijn ervaren clubgenoot Harry Kal) kreeg ik te horen dat deze hand meer waard is dan 37 punten. Hun opmerkingen zijn natuurlijk volkomen terecht.
De juiste score is 43 punten: upper tiles: 24, mixed triple chows: 8, outside hand: 4, pure double chow: 1, all chows: 2, edge wait: 1, self drawn: 1, flowers: 2.
Wijze les: Het verdient aanbeveling je enthousiasme over een behaalde mahjong snel te temperen en je goed te concentreren op het tellen. Had ik dat gedaan zou ik de tafel hebben gewonnen (!).
Dank aan Adrie en Harry!
 
Deze tekst verscheen eerder op de website van mahjongclub Bamboe Acht (met afbeeldingen en de uitslag)