vrijdag 16 november 2012

De verkwanseling van een unieke muziekbibliotheek

De titel van de blogtekst - Muziekbibliotheek van de Omroep: Waarheen, waarvoor? - die ik een ruim jaar geleden schreef is nog steeds actueel. Ik beschreef daarin de dreigende situatie rond de Muziekbibliotheek van de Omroep en andere onderdelen van het Muziekcentrum van de Omroep (MCO). Directeur Anton Kok hield begin 2011 de muziekbibliotheek ‘om tactische redenen’ buiten het door OCW-minister Van Bijsterveldt (verantwoordelijk voor Media) toegekende budget, in de hoop (overtuiging was het niet, bleek later) in een later stadium elders financiering voor haar te vinden. Impliciet gaf hij daarmee een voor ons, bibliotheekmedewerkers, negatief signaal af (als je eigen directeur je al buitensluit…). De aanvullende financiering bleek te veel gevraagd en onze directeur zette zijn tactische faux pas niet recht. Maar - voor ons hoopgevend - de minister vroeg wel om een visie op de muziekbibliotheek, die we haar eind juni deden toekomen.

Deze vraag en de verankering van de muziekbibliotheek in de mediawet zag ik lange tijd als een reddingboei. Onze directeur beschreef 'Media' bovendien als minder kil en berekenend dan ‘Cultuur’ en bovendien gevoeliger voor niet-financiële argumenten. Na gesprekken met diverse (mogelijke) belanghebbenden stelde onderzoeksbureau Berenschot een eerste aanvraag op. Daarin lanceerden we het idee om - met behoud van enkele taken van het wegbezuinigde Muziek Centrum Nederland, waar onze directeur een bestuursfunctie had - te komen tot een ‘Nationaal Bladmuziek Instituut’, naar analogie van het verwante Instituut voor Beeld en Geluid. Het bleek helaas politiek niet haalbaar.

Voortbordurend op de conclusies van Berenschot dienden we een tweede plan in. Dit had puur betrekking op de muziekbibliotheek. Mijns inziens was dit eveneens een inhoudelijk goed verhaal dat ook financieel reëel leek: in plaats van het oorspronkelijke budget (€ 820.000 en 9½ FTE) gaven we aan de drie kerntaken te gaan realiseren met een minimale bezetting van 3½ FTE en € 300.000 (excl. € 110.000 huisvestingskosten, ons voorgespiegeld als belangrijk voor het behoud van het huidige gebouw als thuishaven voor RFO en GOK, maar inmiddels kennelijk irrelevant).

Hoewel de ‘werkvloer’ binnen de omroep heeft aangegeven de muziekbibliotheek nodig te hebben en als waardevol te beschouwen speelt de Publieke Omroep (NPO) stommetje met de hand op de knip. Het lijkt er sterk op dat ook de muziekbibliotheek slachtoffer wordt van de al jarenlang verstoorde relatie tussen MCO en NPO, spanningen die enerzijds voortkomen uit artistieke meningsverschillen en de ambities van het Radio Filharmonisch Orkest en anderzijds uit angst, arrogantie en gebrek aan visie bij de omroep.

Maandag ontvingen we eindelijk de op het ministerie zoekgeraakte (?!) reactie van de minister, ondertekend door de kersverse OCW-staatssecretaris Sander Dekker. De brief verwijst slechts naar de in 2011 vastgestelde bezuinigingen, waarbij men de visie - schandalig genoeg - inhoudelijk compleet negeert. Dat accepteren we natuurlijk niet.


Gestuurd door NPO geven inmiddels kwartiermaker Bart Drenth en zijn aanstaande opvolger Dick van der Meer vorm aan een Stichting Omroep Ensembles (SOE). Daarin is schraalhans keukenmeester en het huidige MCO-management praktisch monddood. De muziekbibliotheek verricht dan nog slechts de ensembletaak, met alleen een orkest- en een koorbibliothecaris en een collectie die qua omvang minder dan 1% beslaat van de huidige. Zelfs het aan ons toegezegde ‘natte-vingerbedrag’ van € 50.000 (‘genoeg’ voor een enkele beheersformatieplaats) is naar verluid verdampt.

Daarmee dreigt een realiteit waarin een van Europa’s grootste en veelzijdigste bladmuziekcollecties verweesd raakt, met onzekere levenskansen. Voor het beheer (collectievorming, catalogusrecords/metadata, website, muziekschatten) nam nog geen organisatie verantwoordelijkheid. Alles wat in de afgelopen 70+ jaar is geïnvesteerd staat per 1 augustus op straat (zowel collectie als personeel) en dus is er sprake van een ongekende kapitaalvernietiging. Omdat we een ramp van deze omvang niet echt bevroedden, moeten we ons opnieuw beraden op welke wegen we gaan inslaan. Na een geanimeerd gesprek met onze directeur is de conclusie gerechtvaardigd dat we ons aan het lijntje hebben laten houden, te veel vertrouwden op de redelijkheid van NPO en politiek en onszelf verwijten nog geen serieus Plan B te hebben. Wij als bibliotheekmedewerkers voelen ons nu vrij om met de collectie de boer op te gaan.

Commentaar, suggesties of gefundeerde kritiek zijn meer dan welkom.


Deze tekst verscheen eerder - met beeldmateriaal op Bibliotheek 2.0

Geen opmerkingen:

Een reactie posten